vrijdag 21 juni 2013

Stap 4:


Signaleringsplan:



Begeleidingsplan:

Beginsituatie:
Naam: Karel
Leeftijd: 24 jaar


Situatie: De situatie werd thuis steeds erger en ging de vader van Karel zich erge zorgen maken maar omdat Karel zich niet vrijwillig wilde laten opnemen is er uit eindelijk besloten om Karel volgens de RM à rechtelijke machtiging te laten opnemen omdat Karel lichamelijk er steeds slechter aan toe is ( slechter eruit zien , gewicht verliezen).
               


Probleem formuleren:
Karel is 24 jaar en uit de tekst heb ik gehaald dat het hoofdprobleem wat Karel heeft dat hij erg achterdochtig (achter elk ding iets achter zoeken) is.
Hij vertrouwt niemand die bij hem op visite komen omdat hij denkt dat iedereen wat in zijn eten wilt doen wat natuurlijk niet zo is.
Karel woonde eerst alleen in een flat maar is nu opgenomen op een gesloten opname afdeling. Nu wilt Karel familie en vrienden buiten de deur houden wat natuurlijk als gevolg heeft dat Karel steeds eenzamer word.
Ook denkt Karel dat hij over een bijzondere gave beschikt namelijk dat hij aan dingen kan ruiken of iets in orde is of niet ( dit komt ook door de achterdochtigheid ) .
Als Karel boodschappen doet ruikt hij aan het eten om te kijken of het goed is of niet. Hierdoor komt het voor dat Karel zelfs boodschappen gaat doen in een aantal dorpen verderop.
Omdat Karel door zijn achterdochtigheid en  zijn bijzondere gave er grotendeels de hele dag er mee bezig is schiet het eten er vaak bij in.





PES formulering:

P: Karel is achterdochtig, hij denkt dat iedereen iets verkeerds met zijn eten wil doen.
E: Karel denkt dat hij een bijzondere gave heeft
S: Karel ruikt aan etenswaren, boodschappen doen duurt te lang.


Doel formuleren:

Karel is niet achterdochtig in het vertrouwen van familie, vrienden en kennissen in zijn eetgedrag.



Plan:

Wie: Karel
Wat: Karel is niet meer achterdochtig in zijn eetgedrag binnen 2 maanden
Waar: dit gebeurd binnen de muren van de instelling
Waarmee: een schema maken wanneer Karel mee gaat boodschappen doen helpen met eten etc.
Wanneer: Karel gaat 4 dagen in de week om de dag mee helpen met boodschappen doen en koken

- Als er boodschappen wordt gedaan vragen of Karel mee wilt gaan, tijdens het boodschappen doen vertellen dat er verse producten staan in de supermarkt wat betreft over etenswaren. Ook de houdbaarheidsdatum aan Karel laten zien en erbij vertellen dat er nooit producten over datum worden verkocht en dat hier goed op wordt gelet.
- Karel vragen om mee te helpen met koken, dit te doen door aan Karel te vragen of hij bijv. de groente wilt wassen en dan een salade gaat klaarmaken.


Evaluatie:

1x in de week vind er een evaluatie plaats met de medewerkers op de afdeling over de voortgang van Karel en evt. bijstellingen van de probleemdoelstelling.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten